In de aflevering van De jonge constructeur van 5 augustus in het vakblad Cement geeft Thomas van Vooren, werkzaam als constructeur bij Aveco de Bondt, zijn visie op de ontwikkelingen in zijn vak en vertelt hij over één van zijn eerste projecten.
Leeftijd: 25 jaar
Opleiding: Technische Universiteit Eindhoven, Structural Design
Afstudeerproject: Structural optimization of 3D concrete printed arch structures
Werkgever: Aveco de Bondt
Functie: constructeur
Werkzaam sinds: april 2018
Baan gekregen door: open sollicitatie
Belangrijk in ontwikkeling: collega’s bij Aveco de Bondt
Eerste project: appartementencomplex Mijnhardt in Zeist
Rol bij eerste project: constructeur van DO naar UO
Ik vind dit een leuke vraag. Regelmatig merk ik dat de meeste mensen bij het beroep constructeur geen goed beeld hebben. Vaak hoor ik: “Je bent een soort architect toch?’. Of juist : “Je zit dus alleen achter een computerscherm sommetjes te maken”. Hoewel beide uitspraken wel ergens een bron van waarheid bevatten, begin ik meestal met: “De voornaamste taak van een constructeur is simpelweg zorgen dat hetgeen gebouwd wordt, of dat nu een appartementencomplex, viaduct, stadion of tuinhuisje betreft, veilig is en niet instort. Daarnaast is het belangrijk om de maakbaarheid en materiaalefficiëntie niet uit het oog te verliezen. Dit doen we, bij voorkeur, in een vroeg stadium met de architect en aannemer. Dus niet alleen maar een passieve rol op de achtergrond om alles recht te rekenen, maar een actieve adviserende rol in het ontwerpproces.”
Het vakgebied van de constructeur heeft veel raakvlakken met andere disciplines, van installaties tot en met architectuur en bouwfysica. Ik ben van mening dat het als constructeur belangrijk is om de basis en de wensen van deze vakgebieden te begrijpen om samen tot een goed ontwerp te komen. Daarnaast is de uitvoering zeker zo belangrijk. Als constructeur, en zeker als junior constructeur met (nog) weinig praktijkervaring, merk je soms dat de oplossingen die je bedenkt in de uitvoering toch niet zo simpel zijn als gedacht vanuit de bureaustoel. Inzicht in wat voor de mensen buiten makkelijk en efficiënt werkt is dus ook belangrijk.
Ik ben ervan overtuigd dat de constructeur altijd regisseur zal blijven van het constructief ontwerp. Ik denk echter ook dat door middel van automatisering en ontwikkelingen in rekensoftware, zoals parametrisch ontwerpen, de constructeur sneller kan werken en minder zelf rekent. Bij ontwerpende partijen biedt parametrisch ontwerpen al veel vormvrijheid. Verschillende varianten van een ontwerp kunnen op deze manier snel worden onderzocht. Ik denk dat het voor constructeurs ook deze kant op gaat. Onderdelen als installatietechniek gaan een steeds belangrijkere rol spelen in gebouwen, net als duurzaamheid. Deze aspecten zullen meer leidend worden in een ontwerp. Een constructeur zal daarom van deze vakgebieden ook op de hoogte moeten blijven, om zo een assertieve en adviserende rol in te kunnen nemen in het ontwerpproces en tot een goed ontwerp te komen.
Voor REV’IT, een specialist in motorkleding, is een kantoor met warehouse ontworpen in Oss. Het kantoor bestaat uit drie bouwlagen en het warehouse is één grote hal van 45 x 100 m2. Beide gedeelten hebben een hoofddraagconstructie van staal, waarbij de verdiepingsvloeren in het kantoor bestaan uit TT-platen en plaatselijk staalplaatbetonvloeren.
De architect wilde voor het kantoor een open en industriële uitstraling creëren. Daarom is gekozen voor een open middenstrook met centrale trap waar loopbruggen beide gedeelten van het gebouw verbinden (fig. 1). Het dak van de middenstrook bestaat, net als beide langszijden van het kantoor, volledig uit glas. Een belangrijke eis van de architect was de zichtbaarheid van de constructie. Veel staal blijft in het zicht, net als de typerende structuur van de TT-platen.
Omdat de langszijden van het kantoor uit glas bestaan, was de wens om daar geen stabiliteitsverbanden toe te passen. Daarom is gekozen voor K-verbanden in de middenstrook. Naast de horizontale krachten uit de verschillende verdiepingsvloeren naar deze verbanden, moest ook rekening worden gehouden met de excentriciteit van de liggers op de kolommen. De architect wilde namelijk graag dat de kolommen losstonden van de verdiepingsvloeren. Daarom zijn de liggers via consoles gekoppeld aan de kolommen. Deze consoles moeten ook de horizontaalkrachten uit de vloer kunnen opvangen.
Een ander interessant onderdeel was de brandwerendheid van de staalconstructie. Uit kostenoverwegingen zijn onderdelen ontworpen met overcapaciteit, zodat deze profielen niet voorzien hoefden te worden van een brandwerende coating of brandwerende bekleding.
Bij dit project was ik als constructeur betrokken vanaf het voorlopig ontwerp, opgezet door een senior constructeur. Ik ben voornamelijk betrokken geweest bij de vertaling naar een definitief, technisch en vervolgens uitvoerend ontwerp. Bij deze stappen heb ik goede begeleiding gekregen. Daarbij zijn veel van de complexe onderdelen eerst bekeken door een senior constructeur. Dit heb ik als een leerzaam en interessant proces ervaren, omdat mijn collega’s ook goede toelichting gaven bij bepaalde ontwerpkeuzes en aangaven waar en op welke manier ik deze het beste kon doorrekenen.
Een interessant onderdeel van dit project was de zichtbaarheid van de constructie. Hierdoor stelde de architect hoge eisen aan de detaillering, wat voor een leuke uitdaging zorgde. Daarnaast was het voor mij een van de eerste projecten waarbij ik het hele traject van ontwerp tot uitvoering meemaakte.
Project: Nieuwbouw kantoor met warehouse voor REV’IT te Oss
Opdrachtgever: REV’IT Sports International b.v.
Ontwerp: Architectenbureau Cepezed b.v.
Constructieadvies: Aveco de Bondt