Bij de verwerking van teerhoudend en niet-teerhoudend asfalt moet worden aangetoond of teer in het asfalt aanwezig is. Wij brengen dit in kaart. Dit doen wij door de constructieopbouw en de samenstelling van asfalt te onderzoeken.
Sinds 2001 mag teerhoudend asfalt niet meer worden gebruikt en moet het apart worden afgevoerd naar een gespecialiseerde verwerker. Niet-teerhoudend asfalt kan voor hergebruik worden afgevoerd naar een asfaltcentrale. In beide gevallen moet aangetoond kunnen worden of teer in het asfalt aanwezig is.
We kunnen een asfaltonderzoek verrichten. Ook kunnen we een asfaltonderzoek combineren met onderzoek naar de hergebruikmogelijkheden van wegfunderingen (puingranulaat, slakken, e.d.) en de kwaliteit van de bodem. Dit onderzoek is gericht op chemische verontreinigingen en asbest.
Het onderzoek naar asfalt is gericht op teerhoudend asfalt (TAG). De grens ligt bij een normwaarde voor PAK (Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen) van 75 mg/kg droge stof.
Al sinds het verbod op hergebruik van teerhoudend asfalt voeren wij asfaltonderzoek uit. Onze onderzoeken voldoen aan de CROW 210 en bestaan uit:
Bij een volledige herinrichting is het vaak gewenst om inzicht te krijgen in de mogelijkheden voor hergebruik van de oude funderingslaag en of de onderliggende bodem verontreinigd is. Ook deze onderzoeken kunnen wij uitvoeren. Dergelijke onderzoeken moeten voldoen aan een woud van normen: NEN5725, NEN5740, NEN 5897, NEN 5707, CROW 210, CROW 132 en CROW 307. Daarnaast zijn voor de uitvoering van de monstername en het laboratoriumonderzoek een aantal certificeringen verplicht.
Onze specialisten kunnen deze onderzoeken in een totaaltraject verzorgen. Zo krijg je in één proces een totaaloverzicht. Efficiënter qua uitvoering, tijd en kosten!