Op 1 juli 2023 wordt de nieuwe Omgevingswet van kracht. De Omgevingswet bundelt, vereenvoudigt en herziet het omgevingsrecht. De Omgevingswet is van invloed op alle plannen en activiteiten die plaatsvinden in de leefomgeving. Denk aan de te doorlopen procedures en vereisten waaraan voldaan moet worden bij het bouwen van woningen, het (her)ontwikkelen van gebieden, het aanleggen van infrastructurele werken en het realiseren van de energietransitie en klimaatopgaves.
Tijden veranderen continu. Actualisatie van regelgeving reguleert ongewenste activiteiten en stimuleert gewenste activiteiten. In 2011 ontstond het idee voor de Omgevingswet, onder het motto: Eenvoudig Beter. Met de Omgevingswet is er een andere aanpak nodig, die zich richt op:
De Omgevingswet vraagt nadrukkelijk om een verandering van de denk- en werkwijze van overheden, maar ook van burgers en bedrijven.
In de praktijk zien wij dat veel partijen – zoals ontwikkelaars, (bouw)bedrijven en projectteams binnen decentrale overheden – nog niet zo bekend zijn met de werking van de praktische kanten van de Omgevingswet. Vergunningen en plannen die vandaag worden ingediend, worden nog niet getoetst aan de Omgevingswet. Ontwerpbesluiten die vanaf 1 juli 2023 worden genomen moeten voldoen aan de regels van de Omgevingswet. Dit heeft nu al impact op jouw plannen, omdat de voorbereidingstijd om te komen tot een ontwerpbesluit in bepaalde gevallen lang is. Denk aan een bestemmingsplan/omgevingsplan of uitgebreide omgevingsvergunning). De Omgevingswet biedt ook mogelijkheden om onderzoeken meer te faseren en zelfs in de tijd door te schuiven tot het uitvoeringsmoment. Meer keuze in de sturing van een project dus.
Het Omgevingsplan, de opvolger van het bestemmingsplan, bevat straks niet alleen gebruik- en bouwregels, maar ook regels met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals voor het kappen van bomen. Gemeenten krijgen daarbij veel meer ruimte om zelf te bepalen wat zij willen regelen en welke flexibiliteit ze daarbij willen bieden. Voor elk plan of project is dus meer maatwerk nodig en gelden andere beoordelingskaders dan nu.
In de omgevingswet is participatie van belanghebbenden in veel gevallen verplicht. Bij het vaststellen van een omgevingsvisie, programma, omgevingsplan of projectbesluit moet gemotiveerd worden hoe belanghebbenden geparticipeerd hebben en wat met hun input is gedaan. Dat betekent dat participatie vanaf het begin een integraal onderdeel moet zijn van het proces.
Participatie is niet nieuw en wordt in veel gevallen al gedaan. Nieuw is dat aangetoond moet worden wat er aan participatie is gedaan. Het is de bedoeling dat plannen door deze werkwijze beter aansluiten op de wensen in de omgeving, waardoor er minder juridische procedures ontstaan.
Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning moet de aanvrager aangeven of aan participatie is gedaan en zo ‘ja’ wat dan precies gedaan is en wat de resultaten daarvan waren. Het antwoord kan dus ook ‘nee’ zijn, maar participatie is wel onderdeel van de afweging die het bevoegd gezag maakt. Het niet uitvoeren van participatie kan in een gevoelige omgeving dan een risico vormen voor de besluitvorming.
Wij hebben kennis en ervaring op het gebied van ruimtelijke plannen, vergunningen en omgevingsmanagement. In zowel de planvoorbereiding als de realisatie van kleine en monodisciplinaire projecten als in grote en complexe multidisciplinaire projecten. Wij zijn in staat om snel in te schatten wat de impact is van de Omgevingswet op een project of initiatief. Wat we doen? Denk aan: