Voor de energietransitie moeten er de komende decennia in Nederland miljoenen woningen gerenoveerd worden. Het zou een gemiste kans zijn om daarbij alleen te kijken naar reductie van het energieverbruik. Door verduurzaming in breder perspectief te bekijken is namelijk een grotere klimaatwinst te behalen.
De CO2-impact van woningen gaat verder dan alleen het energieverbruik van de woning, zoals te zien in onderstaande grafiek. Bij Aveco de Bondt zien we verschillende kansen om de CO2-uitstoot in de hele levenscyclus te verminderen. We zetten er drie voor je op een rij.
De primaire focus bij het renoveren van woningen ligt op het verlagen van het energieverbruik tijdens de gebruiksfase. Dit gebeurt bijvoorbeeld door woningen beter te isoleren, waardoor de CO2-uitstoot daalt. Door alleen te focussen op energieverbruik in de gebruiksfase ga je echter voorbij aan de CO2-uitstoot ergens anders in de keten. De productie van nieuwe materialen veroorzaakt namelijk CO2-uitstoot in andere sectoren. Door te kiezen voor duurzame materialen, reduceer je de CO2-uitstoot van de renovatieopgave nog verder.
Voorbeeld: in onderstaande grafiek vergelijken we vier soorten isolatiematerialen over de gehele levenscyclus. Hieruit wordt duidelijk dat isolatie uit houtvezel of cellulose niet alleen zorgt voor een energiezuinige woning, maar ook bijdraagt aan het beperken van CO2-uitstoot in de toeleverende sector bouwmaterialen.
Veel niet-natuurlijke materialen belanden na het einde van de levensduur op de afvalberg of in de verbrandingsoven. Door ecologisch en biobased te bouwen dring je die hoeveelheid afval terug. Natuurlijke materialen kunnen aan het einde van de levensduur van een product of object namelijk teruggegeven worden aan de natuur. In de biologische cyclus worden deze materialen in de natuur afgebroken en opnieuw als grondstof gebruikt. Natuurlijke materialen zijn bovendien vaak snel hernieuwbaar. Dit betekent dat de natuurlijke voorraad in korte tijd weer herstelt. Kortom: door te bouwen met natuurlijke materialen ontstaan milieubaten in plaats van milieulasten.
Voorbeeld: Een houtvezelplaat is duurzamer dan een gipskartonplaat. Het verschil in CO2-uitstoot in de einde levensduurfase tussen 1 ton houtvezelplaat (-40 kg CO2e) en een gipskartonplaat (2 kg CO2e) is ongeveer 42 kg CO2e. Dit verschil komt doordat de mogelijkheden voor terugwinning en recycling van de houtvezelplaat veel van de milieulasten compenseren die ontstaan bij de sloop, afvoer en verwerking van het materiaal. Gipsplaten zijn juist lastig op productniveau opnieuw in te zetten. Dat komt omdat ze doorgaans vastgeschroefd of gestuct worden, wat ten koste gaat van de losmaakbaarheid. Daardoor wordt het materiaal meestal niet hergebruikt, teruggewonnen of gerecycled.
Duurzame materialen beschikken regelmatig over eigenschappen die zorgen voor een gezonder binnenklimaat van een woning. Zo hebben veel hernieuwbare bouwmaterialen met een plantaardige oorsprong en geologische materialen zoals leem van nature een vochtregulerende werking. Doordat de materialen vocht bufferen, gaan ze schimmelvorming in de winter en overhitting in de zomer tegen. Zo ontstaat een gezonder binnenklimaat. Je leest er meer over in onze blog over dampopen bouwen.
Deze drie voorbeelden laten zien dat het een gemiste kans zou zijn als we de Nederlandse renovatieopgave níet integraal benaderen. En er zijn nog tal van andere kansen als het gaat om het duurzaam renoveren van woningen. Natuurlijk is het complex en zijn er uitdagingen om dit te organiseren. Aveco de Bondt gaat die niet uit de weg en denkt graag mee met bijvoorbeeld gemeenten, woningcorporaties en vastgoedeigenaren over slimme oplossingen voor die uitdagingen.